Waar de multiculturele Vierambachtsstraat en de chique Mathenesserlaan elkaar ontmoeten, zit de notenzaak van Youssef Kariouh. Rotterdammers van alle rangen, standen en culturele achtergronden komen bij hem in de winkel.
“Ik ben met al mijn klanten goed. Sommige komen wekelijks. Dan gaat de deur open en denk ik: ha, daar is die mevrouw met die hoge bloeddruk weer.” De grootste en lekkerste macadamianoten van de stad haal je bij Youssef Kariouh. Hij verkoopt de Australische, maat nul, als knikkers zo groot. Goed voor huid, haar en bloeddruk.
“De ene macademianoot is de andere niet,” zegt Youssef Kariouh. Hij schept een van de roomkleurige knikkers uit de bak en houdt hem tussen duim en wijsvinger. “Je hebt de Zuid-Afrikaanse, maar ik verkoop de Australische, maat nul. Dat zijn de grootste en de lekkerste die er zijn.” Hij stopt één knikker in zijn mond en pakt opnieuw de schep om een heel zakje te vullen. Die mag de verslaggever, door Youssef consequent zus genoemd, meenemen voor thuis. “Echt waar, zus, je gaat het verschil proeven.” Ook zijn cashewnoten zijn forse jongens. “Maat 240,” weet Youssef te vertellen. Geldt voor noten: hoe groter, hoe beter? “Ik vind van wel.”
“Cashewgruis. Dat gebruiken mijn Surinaamse en Antilliaanse klanten om hun taarten te decoreren”
Youssef Kariouh kwam in 1992 van Marokko naar Nederland. Hij werd geboren in het dorpje Saka, waar zijn vader een kleine kruidenierszaak had. Als kind kwam hij tussen de middag uit school naar de winkel om zijn vader te helpen. “Wees altijd eerlijk tegen je klanten,” adviseerde zijn vader, toen de naar Nederland geëmigreerde Youssef zijn eerste eigen winkel begon aan het Rotterdamse Mathenesserplein. “Dat was een goed advies.”
Youssef begon met levensmiddelen. Noten vormden slechts een klein deel van het assortiment. Maar toen hij in 2001 naar de Vierambachtsstraat verhuisde, en daar Annaser noten en zuidvruchten opende, werden ze zijn core business. Waarom? “Met nootjes werken is leuk. Het is net werk, prachtig werk. Rijk word je er niet van, maar ik ga elke dag met plezier naar mijn winkel.”
‘Noten en Zuidvruchten’ staat er op de gevel. “Onder zuidvruchten worden gedroogde vruchten verstaan, die uit het Middellandse Zeegebied komen”, legt Youssef uit. De pruimen, kiwi’s, stukken ananas, dadels, vijgen en rozijnen staan achter de toonbank in plastic emmers opgestapeld, net als de noten. Een selectie ligt uitgestald in bakken in de vitrine. Het branden van de noten doet Youssef in zijn werkplaats, achterin de winkel. Cashews, amandelen, hazelnoten, pistache, pecan en macademia zijn de populairste soorten.
Nootjes met een laagje chocola heeft Youssef ook. “Kinderen vinden die heel lekker. Ze krijgen van mij altijd een handje vol. Maar ik vraag het eerst aan hun ouders! Want met al die allergieën van tegenwoordig moet je uitkijken.” Zelf eet hij het liefst studentenhaver. ‘Galet’ in het Marokkaans, wat ‘mix’ betekent. Galet krijgt Youssef vanzelf binnen, want bij elk zakje noten dat hij vult, belanden er een of meerdere nootjes in zijn eigen mond.
“Ik ben altijd eerlijk met mijn klanten. Echt waar, zus. Mijn klanten zijn mijn familie”
Superfoods
Dat het Voedingscentrum adviseert om een handje ongezouten noten per dag te eten, legt Youssef geen windeieren. “Mensen eten bewust. Ze nemen minder vlees, meer groenten en ook meer noten. Ik merk het aan al mijn klanten.” Een paar jaar geleden deden de superfoods hun intrede in de winkel van Youssef. Lijnzaad verkocht hij altijd al, tegenwoordig doet hij ook in chiazaad, moerbeien, goji- en incabessen. “Het gaat er niet om of ik het zelf lekker vind. Als de klanten erom vragen, ga ik het regelen.” De nieuwste toevoeging in het assortiment is groentechips. Daar vroeg vijf jaar geleden nog niemand naar.” Toch doen de gezouten nootjes het nog altijd het best. “Lekker op vrijdagavond, bij de televisie”, Youssef ziet helemaal voor zich, hoe zijn klanten thuis genieten van zijn nootjes.
De Vierambachtsstraat is in die kleine twintig jaar dat Youssef er zijn notenzaak heeft, best veranderd. Vroeger wilden er nog weleens groepjes jongeren voor de deur rondhangen, nu gebeurt dat nauwelijks meer. De multiculturaliteit is gelukkig wél gebleven. “Ze komen allemaal bij me,” zegt Youssef. “Hollanders, Turken, Marokkanen, Surinamers, Antillianen…” Hij pakt een zak fijngestampte cashewnoten van een plank. “Cashewgruis. Mijn Surinaamse en Antilliaanse klanten gebruiken het om hun taarten te decoreren.”
“Met nootjes werken is leuk. Het is net werk, prachtig werk.
Youssef heeft een aantal Marokkaanse klanten, die geen Nederlands spreken. Bij Youssef kunnen ze terecht voor een nootje en een praatje. “Ik ben met al mijn klanten goed. Sommige komen op wekelijkse basis. Dan gaat de deur open en denk ik: ha, daar is die mevrouw met die hoge bloeddruk weer, die komt voor haar onsje ongezouten noten.”
Op Youssef’s weegschaal zijn met plakband vier pasfoto’s geplakt. Daarop de gezichten van drie meisjes en één jongen. Ze hebben dezelfde zwarte haren als Youssef, en zijn donkere ogen. Zijn zoon is nu 19, zijn dochters zijn 17, 13 en 10. Zullen zij de zaak overnemen, als Youssef te oud wordt om achter de noten te staan? Youssef schudt zijn hoofd. “De twee oudsten komen regelmatig helpen op zaterdag, maar ze studeren en hebben andere plannen. Maar wie weet. Ze houden gelukkig wel van nootjes.”
Dat zijn ouders, die altijd in Marokko zijn gebleven, de winkel nooit hebben kunnen zien, vindt Youssef wel jammer. Ze zijn inmiddels overleden. “Ik weet dat mijn vader trots op mij was, omdat ik ook een eigen winkel ben begonnen, net als hij. En ik heb zijn advies ter harte genomen. Ik ben altijd eerlijk met mijn klanten. Echt waar, zus. Mijn klanten zijn mijn familie.”
Tekst Elsbeth Grievink
Beeld Frank Hanswijk
Dit artikel is i.s.m. Vers Beton tot stand gekomen.
Wil je updates ontvangen? Klik hieronder.
Pingback: Annemarie Mosterd | Reset the world